Wettelijke voorschriften

 

Griekse landschildpad

Testudo hermanni boettgeri .Deze schildpad is tot 1977 in grote getale geïmporteerd als gezelschapsdier.

Na 1977, bij het in werking treden van de Wet Bescherming Uitheemse planten en dieren, is voor de landen behorend tot de Europese Unie een importverbod van kracht geworden en een exportverbod vanuit de landen van herkomst. Verwant zijn Testudo hermanni hermanni, Testudo

graeca, Testudo ibera en de breedrandschildpad Testudo marginata.

Volwassen dieren kunnen tot zo’n 30 cm groot worden.

Al deze soorten zijn ondergebracht in CITES bijlage II, maar in de Europese

regelgeving bijlage A.

Dit betekent dat deze dieren niet mogen worden geïmporteerd of geëxporteerd uit de landen van herkomst.

Dieren verkregen uit nakweek van de generatie F2 en verder mogen wel worden overgedragen tussen

houders, mits aan de wettelijke eisen wordt voldaan. Voor het houden van dieren afkomstig uit wildvang of eerste generatie nakweek (F1) –dit zijn in het algemeen dieren die zijn geïmporteerd voor 1977 of de eerste generatie nakweek daarvan – De houder moet dan beschikken over een bezitsontheffing. De houder moet bij overdracht van dieren voldoen aan de wettelijke voorschriften terzake.

Zo dient o.a. voorafgaande aan de overdracht een EG-certificaat te worden aangevraagd bij de Dienst Regelingen van het ministerie van landbouw, natuur en voedselkwaliteit.

 

Van origine komt de Griekse landschildpad voor in het zuidoostelijke deel van Europa, met name Griekenland en noordwaarts tot in Bulgarije en Roemenië.

Daar bewoont het dier doorgaans droge landschappen, met bomen en struiken en met de mogelijkheid zich te kunnen verschuilen 

Let op dat bij evt. aankoop de juiste documenten worden meegeleverd.

Bij goede verzorging kunnen Griekse landschildpadden zeker 80 tot 100 jaar oud

worden.